Mary Shelley’s Frankenstein is een mythe die iedereen kent: een jonge wetenschapper schept een wezen en verwerpt het zodra het tot leven komt. Een schepping die hunkert naar liefde maar enkel afwijzing ontmoet, en die daardoor verandert in woede en wraak. In de versie van Ko van den Bosch wordt dit verhaal opengebroken: minder een klassiek drama, meer een collage van taal, lichaam, beeld en klank.
Daar sluit mijn aanpak bij Basta! naadloos op aan. We werken niet vanuit een vast scenario, maar met open dramaturgie: teksten van Ko, eigen materiaal, improvisaties en fysiek spel worden door elkaar geweven. De voorstelling ontstaat in de repetitiezaal, in het samenspel van acteurs die lef hebben en die durven springen – in taal, in beweging, in stilte.
We zoeken niet het keurige, maar het rauwe, het fysieke, het onverwachte. Licht, geluid en ruimte worden net zo belangrijk als tekst.
Dit wordt geen museale reconstructie van een klassieker, maar een levend, energiek en speels onderzoek naar afwijzing, ambitie en de hunkering naar verbinding. Een voorstelling die ons dwingt om te kijken naar wat we zelf scheppen, en hoe we omgaan met datgene wat we niet willen zien. Geen netjes verteld verhaal, maar een theatrale ervaring die tegelijk rauw, poëtisch en fysiek is – en die iedere speler en toeschouwer midden in het hart raakt.
Aantal spelers: 10 (m/v : "Lekker verdeeld")